donderdag 29 december 2011

Hoe 'light' toch zwaar kan zijn

Zo tussen het gourmetten en de oliebollen in is misschien een aardig moment om het te hebben over afvallen.
Naast alle gangbare diëten wil ik de kijk van de natuurvoedingsleer op afvallen eens onder de aandacht brengen.
In termen van uitzettende en samentrekkende energie, is afvallen een vorm van samentrekking. Als je dus meer van deze energie binnen krijgt, is het logische gevolg dat je lichter wordt. Natuurlijk is het allereerst zaak om niet meer calorieën tot je te nemen dan je op basis van je leefpatroon nodig hebt, maar vervolgens kun je dus beter kijken naar een verandering in eetpatroon in plaats van jezelf een bepaalde hoeveelheid voeding te ontzeggen. Vervang je aardappelen (behoorlijk uitzettend) door granen en je bent al een eind op weg. Laat de tropische fruitsoorten voor wat ze zijn en beperk je tot onze ‘eigen’ fruitsoorten zoals appel en peer en je merkt verschil. Vermijd rauwkost en kook, sauteer of gril je groente. De hoeveelheid vet kun je verminderen door vlees en zuivel te laten staan. En zo zijn er nog wel een paar adviezen te geven waarmee je gewicht kunt verliezen, afhankelijk van het eetpatroon dat je nu volgt.
Eén eye-opener wil ik je hier niet onthouden: de ‘light’ versie van bijvoorbeeld frisdranken kun je in dit licht ook beter laten staan. De medici weten nog niet precies hoe het zit, maar er gaan ook in de wetenschap al geluiden op dat je er alleen maar dik van wordt. Als je nagaat dat chemische zoetmiddelen extreem uitzettend zijn, snap je voortaan waarom.
Het aspartaam en suiker bevattende dieet van Sonja Bakker heeft dan ook bij mij geen zoden aan de dijk heeft gezet. Laat dus voortaan iedere dag een S.A.S.(Schijt Aan Sonja)-dag zijn!

woensdag 14 december 2011

Hocus pocus...

… pilatus pas. Ik wou dat mijn kwaal genezen was!
Het lijkt er op dat het merendeel van de mensen in de huidige tijd verwacht dat alles maakbaar is, en dat je dus alle kwalen en kwaaltjes kunt genezen. Als dat niet het geval blijkt te zijn, kunnen we dat maar moeilijk verkroppen. Hoe kan het dat we sommige zaken, met de technologie die er is, nog steeds niet in onze greep hebben?
Ook in de natuurvoeding wordt niet gepretendeerd dat alles met de juiste voeding kan worden omgetoverd. Er zijn immers te veel omstandigheden die daarbij een rol spelen. Je constitutie, waarmee je geboren bent, bijvoorbeeld. Die heb je meegekregen van je ouders en die weer van hun ouders. Dat verander je dus niet zomaar door ‘even’ je voeding aan te passen. Wat je met de juiste voeding wél kan bereiken, is een zo goed mogelijke conditie, gegeven alle omstandigheden.
Zoals ik eerder al heb aangegeven, begint het met een gebalanceerde basis. Maar daarnaast kun je condities versterken of afzwakken door het gebruik van voedingsmiddelen en hun bereidingswijze. Fruit levert bijvoorbeeld ontspanning, maar door gedroogd fruit te gebruiken, het te koken met toevoeging van een snufje zout, breng je tegelijkertijd een beetje kracht aan. Gebruik van gember in de maaltijd geeft warmte en een scheutje shoyu (Japanse sojasaus) in banchathee pept op.
Het klinkt mogelijk alsof ik als een Klazien uut Zalk in potten en pannen sta te roeren, maar mijn kennis is gewoon gebaseerd op oeroude wijsheden, uit tijden waarin mensen nog wisten wat de natuur hen te bieden had.
En nee, het antwoord op mijn eerder gestelde vraag heb ik niet. Anders dan dat de natuur zo omvattend is dat het waarschijnlijk onmogelijk is om die volledig naar onze hand te zetten, hoe slim we als soort ook zijn geworden. Maar moeten we dat wel willen?

maandag 21 november 2011

Zelf aan het roer

Een bekend Chinees gezegde luidt: ‘Elke reis begint met de eerste stap’. Ik voeg daar zelf aan toe dat die stap beter klein kan zijn dan groot. Grote stappen, gauw thuis, zou je denken, maar dat gaat in dit verband niet op. Als je lichaam je hele leven lang gewend is aan een bepaald voedingspatroon, gaat het heftig protesteren als je dat rigoureus gaat omgooien. Met als mogelijk gevolg dat je je alleen maar slechter gaat voelen.
Hoe dan wel? Beginnen met kleine, simpel in te voeren aanpassingen. Start met kwaliteit: stap over van keukenzout op goede kwaliteit zeezout, bijvoorbeeld. Laat je koffie wat vaker staan, neem geen kunstmatige zoetstoffen of geraffineerde suiker, maar gebruik fruit als zoetmiddel, of rijststroop. Ga voor verse, biologische groente. Neem ongeraffineerde granen en volkoren pasta. Minder met het eten van vlees, melk en andere zuivel.
Het is het proberen waard, en wat heb je ermee te verliezen? Mijn ervaring is dat je er alleen maar winst uit haalt. Het is even omschakelen, maar als je een of meerdere van deze suggesties volgt, kan je lichaam geleidelijk wennen aan de betere kwaliteit voeding. Bovendien merk je dat de ontwenning veel gemakkelijker verloopt dan wanneer je alles ‘cold turkey’ zou doen en dat je lichaam ook andere voeding gaat vragen.
Als het goed is, en je steeds gezonder gaat eten, zou je uiteindelijk in staat moeten zijn om aan het roer te staan van je eigen gezondheid. Letterlijk, want met eten kun je behoorlijk wat bijsturen. Ga je voor versterking bijvoorbeeld, of voor ontspanning? Wanneer je goed waarneemt, kun je de effecten heel goed merken. En als je zover bent, kun je bij iedere stap op die reis bepalen welke kant je opgaat. En mocht je een reisgids nodig hebben die je op weg helpt bij de eerste stappen, denk dan eens aan ondergetekende…

donderdag 10 november 2011

1000 zielen, 1000 grafieken

We zijn met z’n allen nogal goedgelovig als het gaat om de term ‘wetenschappelijk bewezen’, maar wat zegt het nu eigenlijk?
Aanleiding voor mijn overpeinzing is een bericht in de krant over een onderzoek dat heeft aangetoond dat kinderen met ADHD rustig worden van een sober dieet met rijst als basis. De reactie van het RIVM richt zich vooral op de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd en ziet daarin onvoldoende aanknopingspunten om de conclusies over te nemen.
Nu ben ik  bij voorbaat altijd al behoorlijk sceptisch als het gaat om wetenschappelijk onderzoek. Allereerst vanwege de verschillende manieren waarop een vraagstelling kan worden geformuleerd – dit alleen al kan een sturend effect hebben op de uitkomst.
Vervolgens speelt de vraag wie de opdrachtgever, en belangrijker waarschijnlijk: de financier is van het onderzoek. Als de zuivelindustrie aan de touwtjes trekt, is het niet waarschijnlijk dat we te horen krijgen dat melk zo slecht is.
Tenslotte gaat de term ‘wetenschappelijk’ in dit verband uit van grotere groepen die worden gevolgd. Als de groep maar groot genoeg is, is het wetenschappelijk karakter gewaarborgd.
En daar ligt volgens mij een belangrijk manco als je het beziet vanuit de natuurvoedingsleer. Die gaat er immers van uit dat effecten van voeding voor ieder individueel anders zijn, gegeven de unieke constitutie en conditie van mensen. Zelfs voor die mensen apart geldt dat op het ene moment een andere werking optreedt met dezelfde voeding dan op een ander moment. Dat heeft te maken met de conditie en omstandigheden, die vanzelfsprekend variëren. Dat is gemakkelijk voor te stellen als je bedenkt wat een ijskoude drank met je doet op een warme zomerdag of op een dag dat de temperatuur onder nul ligt.
Mensen zijn niet te vatten in staafdiagrammen. Gelukkig maar.

maandag 31 oktober 2011

Apen, kikkers en andere verlokkingen

Als het al niet de kinderen zijn die worden verleid door snoep in alle vormen en kleuren (er bestaan snoepjes in de vorm van zo’n beetje ieder dier, lijkt het wel) dan zijn het wel de ouders die worden overgehaald om hun kroost zogenaamd ‘gezonde tussendoortjes’ te geven.
Al die slim gepromote voorverpakte koeken blijken bij nadere bestudering echter helemaal niet zo gezond te zijn als de fabrikant ons wil doen geloven. ‘
Neem nu ontbijtkoek, dat staat bol van de suiker, maar de boodschap is dat het zoveel vezels bevat. En al die vruchtensappen die het predicaat ‘gezond’ krijgen, leveren al snel veel te veel suikers op. Het feit dat het vruchtensuikers zijn, maakt de hoeveelheid nog steeds niet goed.
Hoe zorg je er dan voor dat je kind zo verantwoord mogelijk eet en snoept? De basis ligt altijd in de maaltijden. Als je je kinderen gezond eten voorschotelt, gaan ze het vanzelf waarderen. Mijn eigen kinderen zijn inmiddels gewend aan een patroon van deels alternatieve voeding. Dat viel me weer eens op toen hun vriendje er toch maar voor koos thuis te eten nadat hij had gehoord wat er bij ons op het menu stond: seitan, bulgur en pastinaak. Hij kende het niet en reageerde dus als de spreekwoordelijke boer, terwijl mijn kinderen deze gerechten lekker zijn gaan vinden.
Zolang je het roer maar niet te rigoureus omgooit, is het mogelijk ook bij deze kritische doelgroep in de tienerleeftijd een kentering teweeg te brengen. Voor hen staat er dan ook nog weleens vlees op tafel, maar dan minder frequent en in kleinere hoeveelheden dan voorheen.
Ook voor snoep, koek en frisdrank zijn er minder ongezonde alternatieven te vinden. Gezoet zonder suiker of chemische zoetstoffen, bijvoorbeeld.
En dan maar hopen dat apen en kikkers weer gewoon die dieren worden die je in de natuur tegenkomt. 

woensdag 19 oktober 2011

Voer voor watjes

Van Dale (althans mijn versie uit 1992, maar vermoedelijk is het bijna twintig jaar later niet veel anders) definieert ‘saai’ als ‘weinig levendig, waarvan weinig uitgaat, niet amusant’. En laat nu het predicaat ‘saai’ in mijn omgeving nogal eens worden gebruikt om het macrobiotische voedingspatroon aan te duiden.
Begrijpelijk, omdat de extreme smaken en voedingsmiddelen in de macrobiotiek niet op het menu staan. Er is geen sprake van pittig gekruide gerechten, overvloedig wijngebruik en overdadig gezoete desserts. Als je komt van een regulier westers eetpatroon is dat inderdaad nogal een omslag.
Maar zoals dat met de meeste dingen gaat, alles went. En ontwent tegelijkertijd. Ik durf met de hand op mijn hart te beweren dat je mij echt geen plezier meer doet met een exquise wildgerecht en mijn dagelijkse cappuccino mis ik evenmin. Natuurlijk laat ook ik me weleens verleiden, bijvoorbeeld door dat overdadig gezoete dessert, maar het smaakt eigenlijk nooit meer naar méér en als ik heel eerlijk ben, valt het in de meeste gevallen nog tegen ook.
Wat allerminst saai is aan mijn evenwichtige eten, is het effect. Ik ben verlost van allerlei vage klachten, heb meer energie, kan weer hardlopen, beter slapen en ben weer in staat helder te denken. Ik laat graag mijn wijntje staan als dat betekent dat ik zonder moe te worden in een dag met de trein op en neer kan gaan naar Parijs voor een tennistoernooi of midden in de nacht een concert kan bijwonen met voldoende energie om daar lekker uit mijn dak te gaan.
Ter bekrachtiging van mijn betoog een paar namen van mensen met een veganistisch/macrobiotisch eetpatroon: John Lennon, Bill Clinton, Carl Lewis, Leonardo da Vinci, Martina Navratilova, Prince en Madonna. Van geen van hen kan volgens mij worden gezegd dat ze een teruggetrokken en ‘saai’ leventje leiden/leidden.


Myra Hijzen

dinsdag 11 oktober 2011

Geef ons heden ons dagelijks vlees?

Een van de behoorlijk hardnekkige regeltjes in de wereld van de voeding is dat je vlees nodig hebt. Ja, we proberen met z’n allen wel te minderen – de term flexitariër – is daar een mooi voorbeeld van, maar het runderlapje blijkt toch voor veel mensen nogal heilig.  
Een van de reacties die ik met enige regelmaat krijg als ik het heb over een macrobiotisch eetpatroon is ‘ik ben er niet aan toe om mijn vlees te laten staan’.
Je kunt jezelf best wijs maken dat je beesten eet om aan de nodige voedingsstoffen te komen. Tenslotte zitten er in vlees eiwitten en niet te vergeten ijzer. En je kunt jezelf ook wijs maken dat het helemaal niet erg is om vlees te eten zolang de beestjes maar een goed leven hebben gehad.
Wat mij betreft zit er geen waarheid in deze overtuigingen. Je kunt prima zonder vlees, sterker nog: vlees laten staan is niet minder dan een wereldwijde win-win situatie.
De grote hoeveelheid, moeilijk verteerbare eiwitten in vlees zorgen voor overbelasting van je lichaam. Het overschot aan eiwitten kan niet als reserve worden opgeslagen ,dus hoopt het op andere manieren op; denk aan cysten of tumoren. In onze leefomstandigheden heeft het lichaam geen behoefte aan vlees. Eiwitten kun je veel beter halen uit plantaardige producten als noten, bonen en bonenproducten. IJzer haal je uit bepaalde (groene) groenten, en uit zeewier (waar nog veel meer waardevolle mineralen in zitten).
Daarnaast is het voor de hele wereldbevolking veel beter als we massaal afstappen van onze biefstukken en gehaktballen. De ruimte die nodig is voor dat ene stukje vlees op je bord kan een veelvoud van mensen voeden als er graan op wordt verbouwd.
Dus als je vlees niet laat staan voor je gezondheid, kun je het altijd nog doen voor je medemens.


Myra Hijzen





maandag 3 oktober 2011

Eten als evenwichtskunst

Zelf was ik er vroeger ook een: iemand die vooral ‘lekker makkelijk’ wilde koken. Waarbij makkelijk dan vaak gelijk stond aan het gebruik maken van allerlei pakjes en zakjes.
Als ik er nu over nadenk, is het geen wonder dat mijn lijf ging protesteren. Als je eens een ingrediëntenlijst goed leest, is het net of je een gedicht in een onbekende taal tot je probeert te nemen. ‘Gemodificeerd aardappelzetmeel, maltodextrine, smaakversterker E621, kleurstof E160c’ zijn slechts een paar van de bestanddelen van een zakje saus dat ik nog in de kast vond.
Natuurlijk raakt je lichaam uit balans als het zoveel onnodige voedingsbestanddelen binnen krijgt. Wat heb ik nu werkelijk aan kleurstof E160c (geïsoleerd uit paprika) , anders dan dat het misschien gezellig staat op mijn bord? Ik stel me voor dat het er in ons lichaam van binnen net zo chaotisch uit komt te zien als de ingrediëntenlijsten doen vermoeden. En in een samenleving die zo hectisch is als de onze, zit niemand daar op te wachten.
Vers eten is het devies, maar dat is niet altijd mogelijk. Voor die gevallen roepen voedingsdeskundigen niet voor niets dat voor voorverpakt eten geldt dat er niet meer dan vijf verschillende ingrediënten in mogen zitten. Daarbij is het uiteraard vooral de bedoeling dat het om natuurlijke ingrediënten gaat, bij voorkeur biologisch geteeld. Als je je aan deze richtlijn houdt, zul je vrij snel ontdekken dat je lichaam daadwerkelijk ‘rustiger’ en schoner aanvoelt. Meer in evenwicht dus. Beter toegerust om de dagelijkse hectiek het hoofd te bieden.
O, en kijk voor de gein eens even op deze website
http://www.smaakversterkers.eu/ waar een hele pagina is gewijd aan het schadelijke karakter van E621. Dan weet je direct waarom dat zakje saus bij mij nooit meer open gaat.


Myra Hijzen

zaterdag 24 september 2011

Het opgeheven vingertje van Calvijn

Daar is het weer: het stemmetje in je hoofd dat zegt dat je dat chocolaatje van zo-even beter niet had kunnen nemen. Je had je nog wel zo voorgenomen om deze week gezond te eten en nu heb je je toch laten verleiden. Schuldgevoel is het resultaat. Iedereen weet over welk stemmetje ik het heb, of je nu gezondheidsfreak bent of niet. Waarom is het toch zo moeilijk om te kunnen genieten van iets lekkers zonder het gevoel te krijgen dat je zondigt? Is het iets Nederlands, terug te voeren naar de dagen dat Calvijn zijn intrede deed?
Wat het ook is, het is veel beter om op een ontspannen manier om te gaan met voeding en je zelf niet al te hard toe te spreken. Wat heeft een schuldgevoel voor zin als je dat chocolaatje toch al naar binnen hebt gewerkt? Je kunt maar beter genieten en vervolgens je (gezonde) eetpatroon weer oppakken. Als je dat niet doet, loop je grote kans dat je je alleen maar slechter over jezelf voelt en dat je al snel geneigd bent ook dat volgende chocolaatje te nemen. Met de bekende vicieuze cirkel als gevolg.
Bovendien is er, rationeel gezien, maar weinig reden om je schuldig te voelen. Als je het laat bij die enkele uitspatting, en je verder gewoon gezond blijft eten, zal je daarvan heus niet direct schade ondervinden. En je bent en blijft mens, dus momenten van ‘zwakte’ horen erbij en kun je maar beter accepteren.
De boodschap is dus duidelijk en wordt ook al bij een ander genotsmiddel gebruikt: geniet, maar snoep met mate. En goed om te weten: uit onderzoek is onlangs gebleken dat ook Calvijn niet zo star was als over het algemeen wordt aangenomen.



Myra Hijzen

Artikel uit de Volkskrant over het onderzoek naar Calvijn

zaterdag 17 september 2011

De mythe van Joris Driepinter

Er was eens… een melkfabrikant die het lumineuze idee had om iedereen wijs te maken dat melk onmisbaar is. Hij nam een reclamebureau in de arm en creëerde Joris Driepinter. Joris deed zijn werk uitstekend, want iedereen is er nu, ook na het verdwijnen van Joris, nog heilig van overtuigd dat melk gezond is. Niet alleen voor kinderen (de botvorming, weet je wel), maar ook voor oudere mensen. Die hebben immers grotere kans op botontkalking, dus als we daar maar kalkrijke melk in stoppen, komt het allemaal wel  goed. Fout. Melk ís gezond - voor kalfjes, niet voor ons. De witte motor is vaak debet aan o.a. allergieën, verkoudheden en darmproblemen. Neem de proef maar op de som: in mijn gezin wordt nog maar zelden melk of yoghurt genuttigd, en de o zo kritische gezinsleden erkennen volmondig dat ze minder last hebben van hun neusholtes.
Wat voedingsstoffen betreft eten we voldoende andere dingen die ervoor zorgen dat we niets te kort komen, dus daar hoeven we het ook niet voor te doen.
En die botontkalking dan? Die voorkomen we niet door het drinken van melk. In tegendeel, onderzoek heeft uitgewezen dat ouderen die melk dronken juist kalkgebrek ontwikkelden, in tegenstelling tot de groep die geen melk nam.  Dat komt niet alleen doordat de anorganische calcium in de melk niet wordt opgenomen door ons lichaam, maar ook omdat er tegelijkertijd calcium aan ons lichaam wordt onttrokken. De melk levert te veel eiwitten waardoor er verstoring optreedt in de calciumbalans. Je lichaam gaat dan putten uit de calciumvoorraad in de eigen botten om het evenwicht te herstellen.
Helaas kent het sprookje van Joris dus niet het gelukkige einde dat we gewend zijn. Of je moet de stap zetten om het einde te herschrijven en van Joris de slechterik te maken.


De x-factor van suiker

Ze zijn er wel. Mensen die zeggen dat ze zich niet laten verleiden door zoetigheid. Maar in de regel kunnen we maar moeilijk weerstand bieden aan gebak, drop, ijs, en niet te vergeten chocola. Ook degenen die niet van taart houden, moeten voor de grap maar eens de etiketten van zogenaamd ‘hartige’ etenswaren bestuderen, dan zien ze dat je maar moeilijk ontkomt aan suiker – het is overal en zit in salades, chips en voorverpakt brood!
Is een beetje suiker dan zo erg? Waarschijnlijk niet, maar als je alles bij elkaar optelt, zal het toch al snel meer zijn dan een beetje. En dus al snel teveel.
Suiker is in termen van yin en yang extreem yin. En extremen in de voeding kunnen in het algemeen beter worden vermeden. In het kort gezegd: je lichaam raakt er te snel van uit balans. Dat kun je gemakkelijk aan den lijve ondervinden, althans ik wel. Als ik suiker eet (of at, want nu gebeurt dat nog maar héél zelden) kreeg ik al snel daarna een energiedip. En uiteindelijk speelde suiker een grote rol in de gezondheidsklachten die ik ontwikkelde. Denk daarnaast eens aan ziektes als diabetes, hypoglycemie en aan het toenemend aantal te dikke kinderen en het is duidelijk dat suiker niet bijdraagt aan een gezond lichaam.
Weg ermee dus! Maar hoe moet dat nu, als je bedenkt dat de mens van nature een behoefte heeft aan zoet? Niet getreurd. Je moet er wel wat meer moeite voor doen, maar er zijn voldoende alternatieven. Als zoetmiddel kun je heel goed rijststroop gebruiken, of stroop van andere granen. En zodra je de extreme zoetheid van suiker (of chemische zoetmiddelen) uit je voeding weglaat, proef je de zoetkracht van granen en sommige groenten.
Bonus is dat je vanzelf minder behoefte krijgt aan die mierzoete dingen die je vroeger zo lekker vond en (nog belangrijker) dat je je fitter gaat voelen.
Bovendien smaakt appeltaart zonder suiker eindelijk vooral naar appel.


Myra Hijzen

Zon, zee en... eten

Heerlijk, vakantie in een al dan niet ver buitenland! Tot je bij de plaatselijke bakker ontdekt dat ze nog nooit hebben gehoord van zuurdesembrood of in een restaurant een menukaart voor je neus krijgt en ziet dat het allemaal vlees en vis is wat de klok slaat. Help, hoe kom je die vakantie nu zonder al te veel kleerscheuren en chagrijn door?
Je kunt van tevoren een voorraad eten in je koffer stoppen die je veilig en wel de twee of drie weken doorbrengt, maar of je dan nog lekker ontspannen vakantie viert, is maar de vraag.
Je kunt op zoek gaan naar het biologische hoekje in de supermarkt en ontdekken dat ze redelijk wat producten verkopen die je zonder problemen kunt eten. En in restaurants ga je voor de meest veilige, meestal vegetarische variant. Gelukkig zijn er in Parijs veel natuurvoedingswinkels en macrobiotische restaurants, en kent Denemarken een behoorlijk aanbod van biologische producten, dus je komt best een heel eind. Maar het belangrijkste devies is: loslaten en genieten. Het gaat tóch niet lukken om volledig volgens het boekje te eten, waarom zou je dan stressen? Dus probeer je die pittige Indiase curry en ontdek je dat je die beter had kunnen laten staan. Doe je een schietgebedje en hoop je dat die vegetarische spaghetti niet stiekem suiker bevat (grote kans van wel, namelijk!). En neem je het effect van die overheerlijke, maar o zo zoete Gullerodskager voor lief en plan je daarna een rustig dagje in je programma in.
Het is zelfs mogelijk de zaak om te keren en het als een zegen te beschouwen dat je negatieve gevolgen merkt van het anders eten: doe je het niet voor niks, al die gezonde voeding.
En ach, eenmaal thuis ga je het tóch allemaal weer verantwoord doen!


Myra Hijzen

Een beroemde voetballer en de leer van yin en yang

Johan Cruijff weet het. “Elk nadeel heb z’n voordeel” is een uitspraak die, hoewel Johan zich er zelf waarschijnlijk niet van bewust is, getuigt van het yin/yang principe. Beide energieën zijn tegelijkertijd vertegenwoordigd in alles waar we mee te maken hebben, steeds in een andere verhouding. Tegenover yin staat altijd yang. Dus: tegenover een nadeel staat altijd een voordeel.
Yin en yang vormen ook de basis van de natuurvoedingsleer. Yin staat daarbij voor uitzettende, en verkoelende energie van de voeding. Yang is het tegenovergestelde: versterkende en verwarmende energie. Abracadabra? Het valt best mee.
Het is eigenlijk simpel als je erover nadenkt. In de winter heb je meer aan een stevige stamppot dan aan een frisse salade. En op een dieet van sla en komkommer word je geen Nederlands kampioen bodybuilden. Het komt dus neer op voeding die voor je conditie op een bepaald moment het beste is.
Als je eet volgens de seizoenen, kom je al een heel eind. Als je daarbij ook nog eens let op groente, granen en fruitsoorten die afkomstig zijn uit eenzelfde klimaat als het Nederlandse, zit je gebakken. Op zoek dus naar Hollandse appels en aardbeien, prei uit de klei en onze eigen boerenkool. Maar ook naar granen zoals gerst, tarwe en boekweit. Rijst  - groeiend in een gematigd klimaat - vormt een goede basis, als je je maar niet laat verleiden door de Lassie pakjes met rijst die ontdaan is van het voedzame schilletje.
Ja, het slechte nieuws is dus dat je die hapklare, lekkere zoete, maar o zo tropische banaan volgens de natuurvoedingsleer beter kunt laten staan. Het goede nieuws is dat je smaak door veranderde voeding zodanig kan veranderen dat je ook helemaal geen trek meer hebt in die banaan. Ziedaar het gelijk van de beroemde voetballer.


Myra Hijzen

Wie wordt er nu in vredesnaam macrobioot?

“Wat moet een leuke, vlotte meid als jij nu met de macrobiotiek?” Eerlijk gezegd is die vraag me nooit hardop gesteld (en dat leuke en vlotte verzin ik er zelf ook maar bij) maar ik beeld me in dat de vraag wel in de hoofden speelt van mensen die horen van mijn nieuwe voedingspatroon.
En, toegegeven: als iemand me een jaar geleden had gezegd dat ik nu ‘macrobioot’ zou zijn, zou ik hem/haar meewarig hebben aangekeken. Het was al radicaal genoeg dat ik om gezondheidsredenen suiker, gist en geraffineerde meelproducten liet staan.
Toch zijn het vaak gezondheidsproblemen die mensen in aanraking brengen met natuurvoeding en in mijn geval vervolgens met de opleiding tot natuurvoedingstherapeut.
‘Natuurvoeding’ is overigens een andere benaming voor ‘macrobiotiek’. Was dat niet die geitenwollen sokken beweging die louter bestond/bestaat uit mensen die zichzelf alle geneugten ontzeggen? Er zijn inderdaad mensen die de macrobiotiek op een dergelijke rigide wijze hanteren. Juist om aan te tonen dat het ook anders kan, heeft de opleiding ervoor gekozen een meer aansprekende naam te hanteren.
Aan het einde van het eerste jaar kan worden geconstateerd dat er veel waardevols is geleerd. Gezonde voeding is een kwestie van perspectief, en het gangbare perspectief wordt flink op zijn kop gezet. Voeding levert geen energie, het ís energie. Een statisch dieet is niet automatisch hetzelfde als gezonde voeding. Voeding is denken in yin en yang, in hemel- en aardekracht. Leg dat allemaal maar eens uit aan je vleesetende, suiker verorberende  omgeving! In mijn volgende columns zal ik dieper ingaan op de thema’s in de natuurvoeding.
En om te eindigen met het antwoord op de vraag waarmee ik begon: ik ben er dus eigenlijk gewoon in geluisd. Maar ik ben er wát blij om.


Myra Hijzen