Tja, het voornemen om anders te gaan eten is zo snel uitgesproken. Maar het spreekwoord luidt niet voor niets 'gemakkelijker gezegd dan gedaan'...
Hoe te beginnen? Zoals met alles: met kleine stappen. Zo zorg je ervoor dat de overgang geleidelijk gaat, kun je je lichaam langzaam laten wennen en houd je het vooral gemakkelijker vol.
Wáár te beginnen? Tien tips voor beginners.
1. Gooi je tafelzout de deur uit en vervang dit door een goede kwaliteit zeezout. Simpele stap, toch? Daar waar geraffineerd zout mineralen aan je lichaam onttrekt, zorgt zeezout ervoor dat je die juist binnenkrijgt. Het is een fabeltje dat zout slecht voor je is, je hebt het nodig, zij het met mate.
2. Koop verse groente, bij voorkeur biologisch. Een inkoppertje, maar gemakkelijk te realiseren. En op de voordelen van verse groente boven ingeblikte hoef ik hier niet in te gaan, lijkt mij.
En laat de aardappel wat vaker staan. Neem in plaats daarvan volle granen om aan je koolhydraten te komen. Denk je nog steeds dat je van koolhydraten dik wordt? Zo lang je de hoeveelheid eet die overeenkomt met de energie die je verbruikt niet.
3. Schrap vlees van je menu. Je krijgt meer eiwitten binnen dan nodig, en het is ook nog eens verpakt in allerlei stoffen die je beter kwijt dan rijk bent, zoals dierlijke vetten. Gebruik granen, bonen/bonenproducten om aan je eiwitten te komen. Lukt het niet in een keer, dan begin je als flexitariër. Als je je vleesloze maaltijden steeds verder uitbreidt, zul je zien dat je je beter gaat voelen en je gehaktbal of sudderlapje minder aantrekkelijk wordt.
4. Verminder de hoeveelheid brood die je eet. Brood is gebakken meel, en verhardt daarmee je organen. Het zet ze als het ware vast. Vervang een broodmaaltijd door pap (als ontbijt) of neem een restje van de avondmaaltijd van de vorige dag als lunch.
5. Goed koken kost tijd. En tijd, dat weten we allemaal, is schaars. Tja, je moet er iets voor over hebben om gezond te leven en het is dus een kwestie van kiezen. Maar soms is het niet anders en moet je in korte tijd een maaltijd in elkaar draaien. Maak eens van tevoren een maaltijdsoep, met groenten, granen/noedels en bonen/linzen.
6. Hm, die suiker... De mens blijft nu eenmaal aangetrokken tot zoet. Maar dat hoeft niet per se uit die witte korreltjes of hun chemische vervangers te komen. Vervang in gebak of toetjes eens de suiker door rijststroop. Of kook fruit met een snufje zout, daar wordt het alleen maar zoeter van. En koop of maak jam zonder suiker - je proeft weer fruit!
7. Vervang je koffie door een granenvariant. Koffie is een verzurend en verslappend goedje, dus helemaal stoppen is beter. Maar als je dat (nog) niet lukt, kun je beginnen met een kopje per dag minder. De granenkoffie zal misschien in het begin even wennen zijn, maar je smaak past zich er op aan en na een tijdje verlang je niet meer naar het bakkie troost.
8. Vergeet de zuivel. Het is een fabeltje dat je het nodig hebt voor je calcium, sterker nog: het onttrekt calcium aan je botten. Wat je dan moet nemen om je botten en tanden stevig te houden? Sojaproducten, zeewier, bladgroenten en sesamzaad zitten vol calcium dat wel wordt opgenomen door je lichaam.
9. Moeite met verzinnen wat je nu weer moet eten? Sla aan het experimenteren. Trek je voorraadkast open en kijk wat je hebt liggen aan groente, granen en smaakmakers en maak daar á l'improviste een maaltijd van. Meestal pakt het verrassend lekker uit. En die ene keer dat het resultaat wat minder geslaagd is, vergeet je gewoon zo snel mogelijk.
10. Doe alles met ontspanning. Maak er geen ambitieus plan van, maar geniet van elk babystapje dat je zet, ook als je daarna weer een stapje terug doet. Ook baby's leren lopen met vallen en opstaan.