zondag 26 februari 2012

Appeltje, eitje - maar dan uit de printer

Het lijkt wel of het in de voedingsindustrie niet gek genoeg kan. Er worden de meest ‘kunstige’ nieuwigheidjes verzonnen – vaak met de boodschap mensen over te halen zo gezond mogelijk te eten, soms omdat ‘gewoon’ natuurlijk wel heel erg ‘gewoon’ is.
Om met het eerste te beginnen: wie heeft er in godsnaam bedacht dat het gezond is om brood te maken dat er uit ziet als wit brood, maar dat vezels bevat om volkoren brood na te apen? Of dat het gezond zou zijn voor kinderen om snoep en drankjes te nuttigen waar geen suiker in zit, maar kunstmatige zoetstoffen, die nog veel schadelijker zijn? Het antwoord daarop móet bijna wel zijn: marketing mensen. Die de producten vooral aanprijzen met hun zogenaamd gezonde eigenschappen: geen suiker, geen kunstmatige kleurstoffen en wel 0 calorieën!
Dat onze gezondheid – en zeker die van kinderen – niet is gebaat bij dergelijke producten, wordt voor het gemak maar over het hoofd gezien.
De tweede categorie kent ook vreemde vormen. Wat bijvoorbeeld te denken van voedsel uit een 3D Food printer? Blijkbaar kun je binnenkort voedsel aan de ene kant in een printer stoppen, waarna het er aan de andere kant in een zelfbedachte, andere vorm weer uitkomt. Waarom zou je dat willen? Dat wat in de natuur groeit, groeit niet voor niets in die samenstelling. Als je het uit elkaar rukt en door een inktpatroon (ik stel me tenminste voor dat iets dergelijks daarvoor gebruikt wordt) perst, krijg je ander eten op je bord, met andere energie – of wat daar dan nog van over is.
Ook achter deze gekunstelde manier van voedselbereiding zitten ongetwijfeld marketing mensen die zich niet bezighouden met voeding, maar met innovatie van hun te verkopen producten.
En daar wordt geen mens écht beter van. 




Naschrift: Een dag na publicatie van bovenstaande column kwam ik dit artikel tegen. Gekweekt vlees! Het deed mijn wenkbrauwen nog harder fronsen - het is toch een omgekeerde wereld waarin je trucjes verzint om milieuvriendelijker vlees te 'maken' terwijl je het beter gewoon kunt laten staan en vervangen.


woensdag 1 februari 2012

Spoelen maar!

Tijd om opnieuw een fabeltje aan te kaarten - het fabeltje van de vele liters.
Vooral vrouwen zijn er gevoelig voor: het devies om toch vooral minimaal twee liter water per dag naar binnen te werken. ‘Want dat spoelt de afvalstoffen zo lekker weg’.
Wat voor het gemak vergeten wordt, ook omdat daar niet zoveel aandacht aan wordt geschonken, is hoe belastend al dat vocht voor je nieren is. Je nieren zijn 10-13 cm lang en zo’n 5 cm dik. Je kunt je dus wel voorstellen dat ze overuren moeten draaien als al die liters vocht op een dag verwerkt moeten worden. Met verzwakking van deze belangrijke organen als gevolg. Je nieren vertegenwoordigen de basisenergie in je lichaam, dus het is zaak er zuinig mee om te gaan. Naast te veel vocht, is kou ook een stressbron voor de nieren. Koude dranken zijn dus in zijn algemeenheid ook af te raden.
Ik weet waar ik het over heb. Ik heb mijzelf ooit gedwongen om meer water te nemen, omdat ik dacht dat ik te weinig dronk. Ik was er heel trots op dat ik vóór het ontbijt al bijna een halve liter water op had, daarna nog aangevuld met 3 flinke koppen thee. Nu moet ik daar niet meer aan denken.
Vocht is belangrijk. Je krijgt echter niet zo snel te weinig binnen.
Maar wat is nu een goede hoeveelheid? Natuurlijk, als je flink transpireert, is het zaak om je lichaamsvocht aan te vullen. En als je te zout eet, of veel dierlijke eiwitten neemt, heb je ook meer water nodig.
Om te bepalen wanneer je iets drinkt, is er gelukkig een handig instrument ontwikkeld, vrij toegankelijk en nog gratis ook. Het werkt feilloos, vooropgesteld dat je er goed naar weet te luisteren. We zijn het bestaan ervan misschien een beetje vergeten, maar er gaat vast een belletje rinkelen als ik het noem: het heet ‘dorst’.